Keelamandel

vergrote keelamandelen

De keelamandelen of tonsillen (Tonsillae palatinae), meestal "de amandelen" genoemd, zijn twee amandelvormige organen, die achter in de keel gelegen zijn, direct aan het begin van de orofarynx. Ze zijn, tenzij verwijderd, achter in de mond zichtbaar links en rechts naast de tong en links en rechts van de huig, in de zogeheten amandelnissen, de kleine ruimtes tussen de twee tonsilbogen.

Beschrijving

De keelamandelen zijn groot bij kinderen in de leeftijd van 3 tot 10 jaar. Ze worden nog groter tijdens de puberteit, en nemen daarna in omvang af. Bij de meeste volwassenen zijn ze klein en onopvallend en soms zelfs bijna niet meer te zien.

Deze organen bestaan grotendeels uit lymfoïde weefsel en bevatten diepe inhammen (crypten). Ze maken deel uit van het lymfevatenstelsel en van de ring van Waldeyer, een verzameling organen en weefsels die als een soort ring achter de keelholte en neusholte liggen en zo een belangrijk onderdeel vormen van het immuunsysteem.

Functie

De keelamandelen hebben primair een functie in het immuunsysteem, net als de neusamandel, de tongamandelen en de elders in het lichaam gelegen lymfeklieren. De keelamandelen beschermen het lichaam tegen verschillende bacteriën en virussen, die via de mond binnenkomen en zo ernstige ziektes kunnen veroorzaken. Dit lijkt ook bevestigd te worden door het feit dat bij mensen bij wie de keelamandelen verwijderd zijn, bepaalde aandoeningen veel vaker voorkomen dan bij mensen die hun keelamandelen nog wel hebben. Zo blijkt bijvoorbeeld uit Zweeds onderzoeken dat mensen bij wie de keelamandelen verwijderd zijn, een verhoogde kans hebben op verschillende chronische en auto-immuunziektes en ruim 40% meer kans op een hartaanval, uit Taiwanees onderzoek een ruim 40% grotere kans op kanker, uit Deens onderzoek een verhoogde kans op een groot aantal verschillende infectieziektes, allergieën en luchtwegaandoeningen, uit Amerikaans onderzoek een verhoogde kans op het prikkelbaredarmsyndroom en uit onderzoeken uit Hongarije en Australië een grotere kans op hooikoorts.[1][2][3][4][5][6][7][8] Daarnaast blijkt uit Australisch onderzoek dat mensen bij wie de amandelen verwijderd zijn, gemiddeld een kortere levensverwachting hebben.[9]

Zie ook: Gevolgen van tonsillectomie voor het immuunsysteem

Pathologie

Vooral in de vroege jeugd, maar soms ook later, kunnen de keelamandelen opzetten en ontstoken raken; dit heet tonsillitis. Indien dit erg vaak gebeurt of wanneer sprake is van hyperplasie, zal de arts soms adviseren tot een tonsillectomie, het volledig verwijderen van de keelamandelen, vaak gecombineerd met het verwijderen van de neusamandel. Dit was vroeger een onder ouders en artsen zeer populaire ingreep; wetenschappelijk onderzoek heeft hier echter de laatste decennia vraagtekens bij gezet, omdat uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de ingreep in de meeste gevallen slechts gedurende één tot drie jaar hooguit een klein aantal keelontstekingen voorkomt.[10][11][12][13][14][15][16][17][18][19] Daarnaast bestaan er ook steeds meer zorgen dat het verwijderen van de keelamandelen het immuunsysteem blijvend aantast. Desalniettemin werden in Nederland in 2013 nog steeds bijna tweemaal zo vaak de keelamandelen verwijderd als het gemiddelde van de omringende westerse landen.[20]

Vaak gaat een tonsillitis gepaard met een ontsteking van het keelslijmvlies, oftewel een keelontsteking; dit heeft een faryngitis. In de praktijk is het voor de arts vaak lastig om een strikt onderscheid te maken tussen een tonsillitis en faryngitis, gezien de symptomen en de bevindingen bij het lichamelijk onderzoek, waaronder inspectie van de (oro)farynx (de keelholte) met bijvoorbeeld een spatel en door palpatie (het voelen met de handen) van de lymfeklieren in onder andere het halsgebied, vele overeenkomsten vertonen. Daarom wordt er door een (huis)arts meestal de diagnose faryngotonsillitis in deze gevallen gesteld.

Gezwollen en ontstoken keelamandelen en/of keel(slijmvlies) kunnen leiden tot keelpijn en pijn in de hals, algehele vermoeidheid en lusteloosheid, maar ook tot slapeloosheid, slaapapneu en problemen bij het slikken. In een enkel geval, wanneer de infectie zich uitbreidt naar de omliggende gebieden, leidt dit tot een abces, waardoor het slikken en openen van de mond bijna niet meer mogelijk is.[21]

In de meeste gevallen wordt een niet-ernstige (faryngo)tonsillitis veroorzaakt door een virale infectie, waarbij de klachten zonder (antibiotische) behandeling doorgaans binnen 3 tot 5 dagen verminderen of verdwijnen. Hierbij is er vaak sprake van een infectie met een (verkoudsheids)virus. Antibiotica helpen in dat geval niet, omdat deze middelen virussen niet kunnen bestrijden.

Soms kunnen ook bacteriën een (milde) (faryngo)tonsillitis veroorzaken waarbij de ontsteking in niet-ernstig zieke gevallen zonder medicamenteus beleid (dus zonder antibiotica) vanzelf geneest. Antibiotica zijn in dat geval dan niet aangewezen, maar worden daarom door een (huis)arts vooral voorgeschreven bij patiënten met een (microbiologisch bewezen) bacteriële faryngotonsillitis en bij wie er sprake is van een langdurig en/of ernstig ziektebeeld, of bij het vermoeden op ernstige complicatie als er niet gestart wordt met antibiotische behandeling. Het te vaak en/of te vroeg behandelen met antibiotica bij een niet-ernstige (of niet-gecompliceerde) infectieuze (faryngo)tonsillitis heeft echter wel consequenties: het kan - net zoals bij bacteriële infecties in andere delen van het lichaam - leiden tot bacteriële resistentie tegen (voorheen effectieve) antibiotica op den duur. Het is dus van groot belang om antibiotica voor te schrijven wanneer hiervoor een duidelijke indicatie is.

Alarmsymptomen bij een gecompliceerde (faryngo)tonsillitis zijn onder andere (snel ontwikkelde) hoge koorts, snelle toename van keelpijn, een algeheel ernstige zieke indruk, ernstige slikklachten, kwijlen, mond niet kunnen openen, toenemend vergrote halslymfeklieren, stemverandering en afwijkende stand voorste farynxboog. Indien deze ontsteking door een infectie wordt veroorzaakt, is het zeer waarschijnlijk bacterieel van aard, en dient er onderzocht te worden of er sprake is van peritonsillair infiltraat of abces. Bij het vermoeden of bij duidelijke aanwijzingen hierop, dient er met antibiotica gestart te worden om (eventuele) complicaties van de bacteriële infecties te voorkomen of bestrijden. In dat geval is een breedspectrumpenicilline, zoals amoxicilline/clavulaanzuur (1e keuze) aangewezen, volgens de NHG-richtlijn 'Acute keelpijn'.

Bij oudere patiënten is soms sprake van asymmetrische amandelen, hetgeen kan wijzen op aandoeningen als maligne lymfoom of plaveiselcelcarcinoom.

Op de keelamandelen kan zich daarnaast soms een witte of crèmekleurige substantie ter grootte van een peperkorrel afzetten, tonsilloliet of amandelsteen geheten. Deze afzetting kan zich bijvoorbeeld vormen uit restjes voedsel die niet zijn doorgeslikt. Amandelstenen zijn over het algemeen niet ernstig, maar kunnen wel onaangename bijwerkingen zoals een onwelriekende geur uit de mond (halitose) en soms oorpijn tot gevolg hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld met een wattenstaafje voor de spiegel worden verwijderd.[22]

Bronnen, noten en/of referenties
  1. (en) I. Janszky, K. J. Mukamal, C. Dalman, N. Hammar, S. Ahnve (1 september 2011). Childhood appendectomy, tonsillectomy, and risk for premature acute myocardial infarction--a nationwide population-based cohort study. European Heart Journal 32 (18): 2290–2296. ISSN: 0195-668X. DOI: 10.1093/eurheartj/ehr137. Gearchiveerd van origineel op 13 augustus 2023.
  2. (en) Li-Min Sun, Hsuan-Ju Chen, Tsai-Chung Li, Fung-Chang Sung, Chia-Hung Kao (1 januari 2015). A nationwide population-based cohort study on tonsillectomy and subsequent cancer incidence. The Laryngoscope 125 (1): 134–139. ISSN: 1531-4995. DOI: 10.1002/lary.24864.
  3. (en) Sean G. Byars, Stephen C. Stearns, Jacobus J. Boomsma (5 juli 2017). Increased risk of many early-life diseases after surgical removal of adenoids and tonsils in childhood. bioRxiv: 158691. DOI: 10.1101/158691. Gearchiveerd van origineel op 8 januari 2019.
  4. (en) Ewa Johansson, Elisabeth Hultcrantz (1 september 2003). Tonsillectomy—clinical consequences twenty years after surgery?. International Journal of Pediatric Otorhinolaryngology 67 (9). ISSN: 0165-5876. DOI: 10.1016/S0165-5876(03)00196-4.
  5. (en) (1 augustus 2016). Tonsillectomy associated with an increased risk of autoimmune diseases: A national cohort study. Journal of Autoimmunity 72: 1–7. ISSN: 0896-8411. DOI: 10.1016/j.jaut.2016.06.007. Gearchiveerd van origineel op 13 juni 2019.
  6. (en) Basseri, Robert J.; Chong, Kelly; Chang, Christopher; Pimentel, Mark (2005). History of Tonsillectomy Is Associated With Irritable Bowel Syndrome. Journal of Clinical Gastroenterology. DOI: 10.1097/MCG.0b013e31822a289f. Gearchiveerd van origineel op 26 juni 2023.
  7. Monika Sultész, Gábor Katona, Andor Hirschberg, Gabriella Gálffy (1 mei 2010). Prevalence and risk factors for allergic rhinitis in primary schoolchildren in Budapest. International Journal of Pediatric Otorhinolaryngology 74 (5): 503–509. DOI: 10.1016/j.ijporl.2010.02.008.
  8. (en) M. C. Matheson, E. H. Walters, J. A. Simpson, C. L. Wharton, A.-L. Ponsonby, D. P. Johns (1 maart 2009). Relevance of the hygiene hypothesis to early vs. late onset allergic rhinitis. Clinical & Experimental Allergy 39 (3): 370–378. ISSN: 1365-2222. DOI: 10.1111/j.1365-2222.2008.03175.x.
  9. D. Mészáros, S.C. Dharmage, M.C. Matheson, A. Venn, C.L. Wharton, D.P. Johns. Poor lung function and tonsillectomy in childhood are associated with mortality from age 18 to 44. Respiratory Medicine 104 (6): 808–815. DOI: 10.1016/j.rmed.2009.12.001.
  10. R. Berger (1 september 1976). The question of tonsillectomy and adenoidectomy: still with us in 1976. The Journal of the American Osteopathic Association 76 (1): 32–34. ISSN: 0098-6151. PMID 1048964. Gearchiveerd van origineel op 10 december 2017.
  11. (en) Le TM, Rovers MM, van Staaij BK, et al. Alterations of the oropharyngeal microbial flora after adenotonsillectomy in children: a randomized controlled trial. (2007) Arch Otolaryngol Head Neck Surg 133:969-972. PMID 17938318 gratis volledige artikel. Besproken in Amandelen knippen duur en onnodig, NRC Handelsblad 20 november 2007.
  12. (en) Anna Morad, Nila A. Sathe, David O. Francis, Melissa L. McPheeters, Sivakumar Chinnadurai (1 februari 2017). Tonsillectomy Versus Watchful Waiting for Recurrent Throat Infection: A Systematic Review. Pediatrics 139 (2): e20163490. ISSN: 0031-4005. PMID 28096515. PMC PMC5260157. DOI: 10.1542/peds.2016-3490.
  13. (en) Martin J Burton, Paul P Glasziou, Lee Yee Chong, Roderick P Venekamp (19 november 2014). Cochrane Database of Systematic Reviews. John Wiley & Sons, Ltd.
  14. Jack L. Paradise, Charles D. Bluestone, D. Kathleen Colborn, Beverly S. Bernard, Howard E. Rockette, Marcia Kurs-Lasky (1 juli 2002). Tonsillectomy and adenotonsillectomy for recurrent throat infection in moderately affected children. Pediatrics 110 (1 Pt 1): 7–15. ISSN: 1098-4275. PMID 12093941. Gearchiveerd van origineel op 5 juli 2019.
  15. B K van Staaij, E H van den Akker, G J M G van der Heijden, A Schilder, A Hoes (29 maart 2017). Adenotonsillectomy for upper respiratory infections: evidence based?. Archives of Disease in Childhood 90 (1): 19–25. ISSN: 0003-9888. PMID 15613505. PMC PMC1720065. DOI: 10.1136/adc.2003.047530. Gearchiveerd van origineel op 6 februari 2023.
  16. Amandelen in Nederland opvallend vaak geknipt. RTL Nieuws. Geraadpleegd op 29 maart 2017.
  17. (en) Morton Glasser, Gretel H. Pelto (1 januari 1980). The Medical Merry-go-round: A Plea for Reasonable Medicine. Taylor & Francis. ISBN 9780913178546. Gearchiveerd op 15 augustus 2023.
  18. John Fry (19 januari 1957). Are All “T's and A's” Really Necessary?. British Medical Journal 1 (5011): 124–129. ISSN: 0007-1447. PMID 13383209. PMC PMC1974118. Gearchiveerd van origineel op 12 mei 2022.
  19. (en) Birgit K. van Staaij, Emma H. van den Akker, Maroeska M. Rovers, Gerrit Jan Hordijk, Arno W. Hoes, Anne G. M. Schilder (16 september 2004). Effectiveness of adenotonsillectomy in children with mild symptoms of throat infections or adenotonsillar hypertrophy: open, randomised controlled trial. BMJ 329 (7467): 651. ISSN: 0959-8138. PMID 15361407. PMC PMC517640. DOI: 10.1136/bmj.38210.827917.7C. Gearchiveerd van origineel op 1 oktober 2022.
  20. Jochen P. Windfuhr (1 januari 2016). Specified data for tonsil surgery in Germany. GMS current topics in otorhinolaryngology, head and neck surgery 15: Doc08. PMID 28025608. PMC PMC5169081. DOI: 10.3205/cto000135. Gearchiveerd van origineel op 25 januari 2018.
  21. knocare.nl
  22. amandelstenen.nl
WikiWoordenboek
Zoek keelamandel op in het WikiWoordenboek.
Mediabestanden
Zie de categorie Tonsils van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.